Naar het land van het lopend licht

Na 10 jaar eindelijk klaar!

10 jaar heb ik aan deze familieroman gewerkt met tussenpauzen van soms een of twee jaar, want tussendoor zijn heel veel andere verhalen ontstaan, om vervolgens in de la te schuiven. Misschien vind ik het schrijven, het bedenken van verhalen leuker dan ermee leuren. Uitgevers aanschrijven, hopen en wachten en dromen dat er een toehapt, is zenuwslopend.

Ach het hoeft ook helemaal niet meer. Ik doe het gewoon zelf. Ik was altijd al iemand van zelf doen. Nu met de huidige internettechnologie en publish on demand-uitgevers kan dat ook gewoon.

In 2011 las ik de roman, ‘De zoon uit Spanje’ van Tessa de Loo, toen werd het zaadje geplant. Het idee van een vader, een zoon, een moeizame relatie, dochters, kinderen van drie verschillende moeders en dezelfde vader. Alma die haar vader niet bereiken kan en dan gaat hij dood. Er zit veel van mij in dit verhaal. Ik had een trilogie voor ogen, één grote familie waarin de geschiedenis zich herhaalde. Het werd een verhaal over onvermogen om te laten zien dat je van iemand houdt.

Aireluz en La Parra, dat heel erg lijkt op het dorp waarin ik woon en mijn eigen B&B, kwamen al voor in ‘De zucht van de Moor’. Dat Alma hier zou blijven wonen met Camilla, die al in 2003 in mijn oermanuscript ‘Luchtwortels’ voorkwam, wist ik al in het begin. Heel lang dacht ik dat Amór en Max een relatie zouden krijgen, maar Amór ging naar Amerika en ontmoette Stephen. Tja, en Stephen paste nu eenmaal beter bij haar.

Joaquíns verhaal was aanvankelijk veel uitgebreider. De schilderijen van zijn grootvader werden gestolen uit het museum en hij ging daar op eigen houtje achteraan. Dat hele boek heb ik geschrapt en  ik ben me meer gaan richten op zijn eigen ontwikkeling. 

De verhalen van Frans schreef ik als eerste. Hij ging heel erg lijken op mijn vader maar ook op andere mannen in mijn leven. Deel vijf: Claire Obscure schreef ik tijdens de Zinniger Zinnen schrijfmarathon. Ik ken geen mannen zoals Chip met PTSD, maar ik las er artikelen over en was geïntrigeerd door soldaten die toentertijd in Irak vochten en zwaar getraumatiseerd terugkwamen.

Het leven van Mari Gold is een verhaal apart. Het wordt een vervolg in een eigen boek met de titel: ‘Goudsbloemen in de vallei’. Mari hoorde op haar 17e van haar moeder dat ze twee vaders had. Dit is het verhaal van Angelica Garnett, dochter van Vanessa Bell en het nichtje van Virginia Woolf. Ik las haar autobiografie ‘Deceived with Kindness’ en was diep onder de indruk van haar verhaal en de woede naar haar moeder toe. Mari’s verhaal gaat nog een stapje verder als blijkt dat ze zwanger is…

De eerste vier delen, ‘Duisternis’, ‘Dageraad’, ‘Liefde & Licht’ en ‘Maanlicht’ verschenen reeds als afzonderlijke e-pubs. Deel 5, ‘Claire Obscure’ komt daar nu bij.

Ik ben bezig met de opmaak van het hele boek, en het ontwerpen van een nieuwe omslag. Vast een voorproefje. Laat het me weten als je een duidelijke voorkeur hebt.

Nr.1
Nr. 2
Nr. 3
Nr. 4

Geplaatst in Diversen, over schrijven | Een reactie plaatsen

Onkruid vergaat nooit

Aprilregen –  Het plenst op het terras, klatert in de vijver, de bomen druipen. Natte regen. Een pleonasme, maar het is echt waar. In Andalusië heb je ook droge regen en die valt er genoeg.  Je hebt er weinig aan, het regent maar je wordt niet nat. In april is deze natte regen zeer welkom, waarschijnlijk het laatste vocht van enig belang voor de komende zes maanden. Dus zijn we dolblij met de regen deze week, hardnodig voor de uitdrogende natuur.

Maar zo’n kletsnatte tuin betekent ook dat er niet in valt te werken. Ook weer heerlijk, want soms ga ik gebukt onder de grote tuin, en voel me net als Sisyphus. Altijd maar weer loop ik, ook meestal gebukt, er met een handvol onkruid doorheen. Genieten is er nauwelijks bij: ik zie alleen maar fouten, werk en onkruid. Veel onkruid: hardgras, bolletjesgras, bloeiend gras, akkerwinde, brandnetels en nog veel meer onverlaat groeisel, dat ik nooit geplant heb.

Mien Ruys, mijn grote voorbeeld, zei over oprukkend zevenblad het volgende: “Je kunt het beste verhuizen als je je er niet meer tegen opgewassen weet. Of je moet het accepteren. Het is ook mooi als het bloeit en het is lekker en gezond. Het is een kwestie van prioriteiten stellen.” Wijze woorden die voor heel veel zaken in het leven gelden. Accepteer het lot, als je er niet meer tegen kunt vechten. Dat geeft een hoop rust.

Klaagstand uit. Het voorjaar is misschien wel een van de heerlijkste periodes van het jaar. En aangezien we door de pandemie nergens heen kunnen is het dubbel en dwars genieten in onze tuin. Ook voor onze drie honden die hun vaste loopjes hebben en hun paadjes uitslijten tussen de planten. De tuinbonen staan een halve meter boven de grond en groeien als kool maar er zit nauwelijks een boon aan. Ik heb tomatenplanten gekocht, paprika’s en aubergines. Voor het eerst niet uit eigen zaad opgekweekt. Ik kan niet wachten tot ik de groente kan oogsten. Eindelijk even geen tomaten en paprika’s eten die in de plastic kassen beneden ons in de vallei gekweekt worden.

Je begrijpt het al, ik accepteer mijn lot. Verhuizen zit er even niet in. Ik zal dus moeten genieten van het weelderig tierend en rankend onkruid. De akkerwinde met haar mooie witte bloempjes en sterke groeikracht adoreren. Straks zal ik een lekker brandnetelsoepje brouwen en in de nazomer maak ik foto’s met tegenlicht van bloeiend gras. Dat is immers ook prachtig.

Geplaatst in Diversen | 3 reacties

Geen Semana Santa met Pasen

Over 100 jaar zeggen we nog tegen elkaar: 2020 was me toch een jaar…

Pasen zonder heilige week met zijn bijzondere processies is geen Pasen. In Spanje en vooral in Andalusië wordt de heilige week jaarlijks met veel pracht en praal gevierd. Deze week rond witte donderdag, en de kruisiging van Jezus op goede vrijdag en de wederopstanding op Paaszondag is voor Katholiek Spanje de belangrijkste week van het jaar, misschien wel belangrijker dan de geboorte van Christus op 24 december. Kerstmis is een inhuizig feest. In de Semana Santa gaan we met zijn allen de straat op en dat mag nu even niet. De laatste keer dat deze viering werd overgeslagen was in 1936, toen de burgeroorlog uitbrak.

Lock-down

Wat doet men in een Paasweek tijdens lock-down? Niet veel anders dan de voorgaande dagen, vrees ik: zelf paasbrood bakken, met de kinderen eieren kleuren en vooral binnen blijven. Quedate.en.Casa! is hier de leus, als tenminste je leven je lief is en dat van anderen. Dat vooral.

Het helpt dat het momenteel kil en nat is, net als vorig jaar trouwens… Heerlijk wandelweer, maar we mogen er niet op uit. Je krijgt een fikse boete als je zonder urgente reden op straat wordt gesignaleerd. De regen is trouwens zeer welkom. De natuur is droog en onder een bewolkte hemel met soms een streep fel zonlicht zien we de weerschijn van ontluikend groen op de bergkammen in de verte en sneeuw op de toppen boven 1800 meter.

img_0373_26632515304_o

Dankzij de lage temperatuur lijkt de tuin van Viña y Rosales ook in lock-down te zijn. De rozen staan in knop, de irissen beginnen voorzichtig hun paarse bloemslippen uit te vouwen. Alleen de goudsbloemen gedijen. Na een paar dagen zon barst de natuur weer uit zijn voegen. Nu nog even bescheiden voorjaarslover, luisterrijk bijgezet door de nachtegalen die al van zich laten horen met hun baltszang. De zwaluwen rommelen met hun nest in onze molino. En de eerste bijeneters vliegen al weer over. Er is hoop.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Onthaasten

Dankzij covid-19 hebben we even pauze van de overspannen wereld. We wilden te veel en alsmaar meer, dat moest wel een keer worden afgestraft. Nu zitten we met zijn allen thuis bewust te onthaasten. Een oudje, deze term, en nu ik hem zo opschrijf en even nazoek, weet ik weer dat minister Margreeth de Boer van Vrom hem in 1997 lanceerde.
Hebben we dat de afgelopen 23 jaar wel eens gedaan? Echt onthaast? Slow Life omarmt?
Nauwelijks. Nu pas beginnen we te begrijpen wat onthaasten betekent. Niets doen, verplicht vervelen en uit niets iets verzinnen om mee bezig te zijn.

Het mag! Eindelijk, en volgens mij vinden heel veel mensen dat stiekem best fijn!

maire-view_23698617846_o

Geplaatst in overpeinzingen | Een reactie plaatsen

2019 – Spoedvergadering!

’Het is genoeg geweest!’ baste Moeder Aarde, de president van Wereld, met haar lage raspende stem.
’Ja, het is genoeg geweest!’ riep Vuur, die aangestoken door Aardes geestdrift, zich alvast een weg schroeide naar de vergaderplaats.
’Me dunkt,’ klaterde Water, ‘we hebben zo vaak gewaarschuwd. Jaren heb ik niet geregend, het werd droger en droger. Jaren heb ik heel veel geregend, het land overstroomde en ik werd doodmoe. Het wordt tijd om echte maatregelen te nemen! Laat het ijs maar smelten!’
’We moeten een spoedvergadering beleggen met de hele raad van bestuur,’ zuchtte Lucht, die met haar CO2-uitstoot in een keer de W7: Aarde, Zon en Maan, Water, Wind en Vuur om zich heen verzamelde.
Aarde knikte instemmend en bromde tegen Wind: ‘Blaas de W7 en alle ministers bijeen!’

De afgelopen zestig jaar waren ze steeds vaker bij elkaar gekomen, want Aarde werd viezer en voller. Als de W7 niet ingreep zou Leven het loodje leggen.
Wind deed zijn best en blies iedereen bij elkaar in Madrid, zelfs dat Zweedse meisje kwam over de oceaan aanzeilen.
Aarde zat met de armen om haar bolle buik geslagen. De W7 en alle ministers: Armoede & Rijkdom; Geloof, Hoop & Liefde; Oorlog & Vrede, Jong & Oud; Flora & Fauna en die twee eigenwijze lui: Wijsheid & Domheid zaten met bedrukte gezichten rond de tafel en keken ernstig naar Leven.

Leven was afhankelijk van deze ministers, maar er waren er te veel en iedereen werkte elkaar tegen. Mooi & Lelijk bijvoorbeeld zaten op dezelfde afdeling als Schoon & Smerig van het departement Milieu. Vallen & Opstaan, Vooruitgang & Stilstand behoorden tot het departement Transport. Honger & Vraatzucht lusten elkaar rauw op het departement Lekker. Vakantievieren & Werklust waren twee ministers die elkaar op Arbeid dagelijks de hersens insloegen. Geld & Ruilen en Geven & Nemen vielen onder het ministerie van Rijkdom dat veel te veel macht had. Wijsheid manifesteerde zich te weinig, Domheid had te veel macht en Geloof, Hoop & Liefde boden niet waar ze voor stonden. Oorlog & Vrede bleven maar kibbelen. Flora & Fauna gingen ten onder aan de onkunde van alle anderen.

‘Het is genoeg geweest!’ Aarde sloeg met haar vuist zo hard op tafel dat ze bijna uit elkaar barstte. Vanuit haar enorme stoel keek ze alle aanwezigen dreigend aan. ‘Armoede en Rijkdom! Jullie overheersen de wereld maar doen niets aan het opheffen van elkaars te veel. Wijsheid, het was de bedoeling dat jij het van Domheid zou winnen, maar Domheid blijkt veel sterker. Vrede, jij zou Oorlog leren dat zijn aanwezigheid in het geheel niet op prijs wordt gesteld, maar je faalt keer op keer. En Flora & Fauna? Ook jullie stellen ons teleur. Jullie laten je vertrappen en uitroeien door Leven, dat zonder jullie helemaal niet kan voortbestaan.’

Lucht fulmineerde tegen de andere ministers” ’Jij, Geloof, je verliest terrein. Liefde, je bent egocentrisch. Je denkt alleen maar aan je naasten. En jij, Hoop, je liet Leven al jaren geleden in de steek.’
Oud & Jong zaten er verslagen bij. Jong aaide Oud over het gebogen hoofd. Oud besefte dat het spel uit was. Ze hadden gesold met de grote jongens. Ze hadden met z’n allen de W7 uitgelachen. Ze hadden tikkertje met ze gespeeld en geroepen: ‘Pak me dan, pak me dan, je kunt me lekker toch niet krijgen.’
En nu?
De W7 was boos. Het werd Oud duidelijk dat Jong geen toekomst meer had. Ze gluurde naar Hoop, die er ook al zo mismoedig bijzat.

’Leven!’ Zon sprak met haar warme charisma. Als zij haar mond opende, verbleekte iedereen tot nietigheid. ’Wij zetten jullie op non-actief en nemen het beleid voor onbepaalde tijd over. Op zijn minst een paar jaar.
‘Ja,’ knikte Maan met haar vriendelijke, pokdalige gezicht. ‘Dood zal jullie lot zijn, als jullie nu niet gehoorzamen! Uiteraard hangt het een en ander af van Geloof, Hoop en Liefde. En Rijkdom. Maar onder mijn invloed zal Wind gaan waaien, Water stijgen, Vuur branden en Zon gaat meedogenloos schijnen. Aarde zal opwarmen en het zal jullie te heet onder de voeten worden.’
Leven riep verschrikt uit: ‘Maar dat kan niet, zet ons niet op het spel. We zijn met zovelen!’
‘Daarom juist,’ bromde Aarde. ‘Ik barst uit mijn voegen.’
‘Alstublieft, moeder Aarde,’ snikte Leven. ‘Geef ons nog een kans. We zullen echt beter ons best doen voortaan en onze rommel opruimen.’
Aarde fronste en zei tegen Zon en Maan, Water, Wind en Vuur: ‘We hebben vaak genoeg gewaarschuwd. Leven heeft geen woord gehouden, het is afgelopen!’

Die avond was het volle Maan. Water kroop als een gulzig monster het land op en sabbelde aan boomwortels en fundamenten van gebouwen. Duinen, dijklichamen en bergen raakten verzadigd met haar niets ontziend vocht. Soms nam een tentakel van Water achteloos, in één golfbeweging, een stad of bos mee. Aangemoedigd door Wind werden hele landen van de kaart geveegd.

Leven kroop angstig omhoog samen met Fauna. Ze probeerden hun huid te redden in Flora’s schaduw. Hoger en hoger klauterden ze naar de toppen van de bergen. En daar waren opnieuw Wind, Vuur en Zon die hen teisterden. Bijna liet Leven echt het leven. Maar net op tijd greep het ministerie van Hoop & Liefde in en nam autoritair de leiding. Mooi & Lelijk en Schoon & Smerig werden het eens en beloofden samen te werken. Rijkdom stemde in om al zijn bezit te delen met Armoede, zodat ze elkaar zouden opheffen. Flora & Fauna deden hun best om niet uit te sterven en hielpen waar ze konden. Ze boden zichzelf aan in de vorm van voedsel: wortels, vruchten, zaad, blad en vlees en vis.

Wijsheid wist zeer democratisch het vertrouwen van Domheid te winnen. Voortaan werden de besluiten in goed overleg genomen. De W7 kreeg weer fiducie in de mensheid omdat Leven geregeerd werd door Wijsheid en kroop terug in zijn schulp.

Geplaatst in columns | Een reactie plaatsen

Riviermist

een verhaal ontleend aan Der Ring des Nibelungen van Richard Wagner

Mijn grootouders, Mies en Bob, trouwden in 1910. Ze hadden elkaar ontmoet, zoals dat toen vaker ging, via het zusje van mijn opa, dat bevriend was met mijn oma. Mies studeerde zang op het conservatorium en werd operazangeres. Met haar warme mezzosopraan zong ze voor haar huwelijk bij een Duits gezelschap, dat onder andere Der Ring des Nibelungen van Richard Wagner vertolkte in het Stadttheater van Osnabrück. Bob, oorspronkelijk heette hij Bertus, maar dat vond mijn oma een lelijke naam, was tabakshandelaar en reisde regelmatig naar de tabaksbeurs in Bremen. Op een goede dag, ingefluisterd door zijn zusje, besloot hij en route naar Bremen in Osnabrück naar een voorstelling van Mies te gaan. Hij had haar een keer bij hem thuis gezien en vanwege haar bedachtzame spraak, de rollende ‘r’ en haar heldere, ernstige blik was ze hem bijgebleven.

Die avond in Osnabrück werd het derde deel, Siegfried uit Der Ring des Nibelungen opgevoerd. ‘Ein Bühnenfestspiel für drei Tage und einen Vorabend. Das Rheingold, Die Walküre, Siegfried und Götterdämmerung,’ las Bob in het programmaboekje.

De Ring is een parabel over macht. Oppergod Wodan probeert de macht over de wereld te herwinnen, met een ring die gesmeed is uit het Rheingold. De ring is vervloekt door zijn tegenstander en Wodan wordt gedwarsboomd door iedereen om hem heen. Grote thema’s als jaloezie, eer– en hebzucht, verraad, lust en onvermogen komen allemaal voorbij in dit epos dat, met een ruime blik bezien, nog steeds actueel is.

Mijn oma, met de artiestennaam Mary Schürée, vertolkte de rol van Brünnhilde, een halfgodin en dochter van Wodan, een Walküre. Bijzonder detail in dit verhaal is dat twee andere kinderen van Wodan samen een kind krijgen, Siegfried genaamd. Wodans kinderen moeten de eer van de oppergod redden. Helaas, iedereen faalt en Wodan verliest alles, inclusief zijn onsterfelijkheid en dat van alle goden. Uiteindelijk werpt Brünnhilde zich met de betoverde en vervloekte ring in het verzengende vuur. Maar ze wordt gered door Siegfried die door de vlammen heen, zijn tante, Brünnhilde op haar rots ontwaart. Zij is de eerste vrouw die hij ooit zag, ze leeft nog. Hij legt zijn hoofd aan haar borst en kust haar wakker. In het laatste deel Götterdämmerung, gaat het licht in het godenrijk definitief uit.

Mijn opa luisterde gebiologeerd, maar hoorde pas na twee bedrijven Mies’ heldere stem, die hem tot in zijn tenen raakte. Hij huiverde licht en kreeg kippenvel toen ze begon te zingen:

Heil dir, Sonne!
Heil dir, Licht!
Heil dir, leuchtender Tag!
Lang war mein Schlaf;
ich bin erwacht.
Wer ist der Held, der mich erweckt?

Siegfried antwoordde. Brünnhilde richtte zich op. Ze verloren zich in elkaar en zingend brachten ze de akte tot zijn einde.

Bij mijn grootvader sloeg op dat moment de vlam in de pan. Bij Mies ook, letterlijk, want de anekdote, dat het kostuum van Brünnhilde vlamvatte op die brandende rots, terwijl ze tussen het zingen door een toneelknecht probeerde te waarschuwen, is menigmaal in de familiekring opgedist.

Na haar huwelijk hing oma haar zangcarrière aan de wilgen. Onder de trap van mijn grootouders’ huis stond de loden kist met haar toneelkostuums, waaronder Brünnhilde’s rode pruik en maliënkolder. Maar ook de jurk van Tosca, uit de opera van Puccini, waarin mijn moeder kort na de oorlog trouwde, toen er weinig anders voorhanden was. Wij kleinkinderen mochten soms met de rijkdom van oma’s toneelkostuums spelen. We verkleedden ons en verzonnen toneelstukjes die we voor de volwassenen opvoerden. Herinneringen die op mijn netvlies zijn blijven staan.

In 2014 publiceerde ik Voor onze tijd, kroniek van een Amsterdamse familie, een zoektocht naar de voorouders van mijn vader. Tijdens de research naar mijn oma’s zangcarrière, ontdekte ik dat mijn oma een echte Wagnervertolkster was geweest. Ik verdiepte me in het verhaal achter Der Ring des Nibelungen en vond het verhaal over macht nog steeds actueel.

Met de ingrediënten uit Der Ring componeerde ik losjes een nieuwe familiegeschiedenis met de titel: Riviermist. Mijn Wagnerroman, zoals ik het project noemde. Waarin ook grote thema’s langskomen en twee getroebleerde families elkaar het leven zuur maken in naoorlogs Amsterdam. Een bizar verhaal waarin de scheidslijn tussen hoop en wanhoop, goed en kwaad nogal dun is, maar uiteindelijk overwint het kwaad en is er hoop.

Riviermist is te koop in de boekhandel en binnenkort ook beschikbaar als e-boek en als luisterboek.

Geplaatst in columns, over schrijven | Tags: | Een reactie plaatsen

Een leven lang liefde voor lezen

Als ik me de kinderboeken uit mijn jeugd voor de geest haal, ben ik altijd verbaasd dat ik me nog zoveel herinner van de sfeer, de personages, de illustraties. Hoe zielig of grappig het verhaal was. Terwijl ik van de honderden boeken die ik in de vijftig jaar daarna las slechts een handvol scherp voor ogen heb. Zou dat komen omdat een kindergeest nog ongevormd is? Tabula rasa, het onbeschreven blad, er is genoeg ruimte om beelden op vast te zetten. Mijn moeder las veel en graag; ze kocht boeken voor me en natuurlijk maakte ze me lid van de bibliotheek. Goed nieuws is dat sinds 1 juli 2022 iedereen onder de 18 jaar in heel Nederland, inclusief de BES-eilanden weer gratis lid kan worden van de bibliotheek

Die eerste voorlees- en prentenboeken, en daarna de kinderboeken die ik zelf kon lezen, hebben me een levenslange liefde voor lezen gegeven. Ze prikkelden mijn verbeelding, en maakten me bewust van andermans levens. Zieke, zwarte en zielige kinderen, arm en eenzaam, slechteriken en helden. Kinderen in andere culturen. En ik weet zeker dat de jeugdboeken die daarna kwamen mij ook mede hebben gevormd. Mijn eigen wereld werd er meteen stukken groter door

Pad van nostalgie

Wij hadden thuis een hele stapel Gouden Boekjes. ‘De hondenmatroos’, ‘Pietepaf, het circushondje’, ‘Wim is weg‘, ‘De gele taxi’, ‘Bij Kiki thuis’, om er een paar te noemen. Het waren kleine prentenboeken met originele verhaaltjes en tot de verbeelding sprekende illustraties. Gelukkig komen er nog steeds nieuwe bij. Wereldwijd zijn er zelfs meer dan 1.500 Gouden Boekjes verschenen. Laatst, ruim een halve eeuw later, had ik de stapel in handen en herkende de scheuren en krabbels weer die ik er als kind in gemaakt had. Ze waren letterlijk stukgelezen.

Het eerste echte boek dat ik zelfstandig las, was ‘Ot en Sien’ van Jan Ligthart. Ik heb het nog en als ik er nu in blader, ben ik even terug in mijn jeugd.

Daarna kwam Annie M.G. Schmidt. Haar mogen we wel de koningin van de kinderliteratuur van de vorige eeuw noemen. Er kwam zoveel en met zoveel humor, uit haar handen. Want ook de musicals die ze schreef moeten we niet vergeten. ‘Ja zuster, nee zuster’ was de eerste televisieserie die ik zag. Ik kan nog heel wat liedjes meezingen.

De kinderversjes en gedichten hebben een eigen plaats in haar enorme oeuvre. Mijn eerste herinneringen heb ik aan de versjes in ‘Het Fluitketeltje’ dat in 1950 verscheen. Ik dook onder de dekens als mijn moeder ‘Rosalind en de vogel Bisbisbis’ voorlas, het bijbehorende enge plaatje heb ik met kleurpotloden doorgekrast. Toen ik zelf kon lezen, waren ‘Abeltje’, ‘Wiplala’ en ‘Jip en Janneke’ mijn grote vrienden. Evenals ‘Pinkeltje’ van Dick Laan. Kleine mannetjes die het toneel bevolken is een mooie thematiek voor kinderen. Met andere woorden: Wie niet sterk is moet slim zijn. Behoeven ze nog voorgesteld te worden? Of heeft iedereen met een jeugd in de jaren zestig dezelfde helden? De kracht van Annie M.G. Schmidt was haar spelen met woorden, daar werd je als kind ook creatief en inventief van.

Kluitman was destijds al een bekende uitgever met boeken als: ‘Afke’s tiental’, ‘Kruimeltje’ en nu nog steeds populair, de boeken van ‘De Kameleon’ met de Friese tweelingbroers Sietse en Hielke Klinkhamer die met hun boot De Kameleon allerlei avonturen beleven.

Zelf kunnen lezen was vrijheid, de wereld ging open en denderde mijn leven binnen. Ik las alles wat los en vast zat, mede dankzij mijn oudere broers. Naast ‘Donald Duck’, ‘Asterix en Obelix’, ook ‘Suske en Wiske’, ‘Kuifje’. En avonturenromans: ‘De scheepsjongens van Bontekoe’, ‘Arendsoog’ en ‘Biggles’. ‘Jaap Holm en zijn vrinden’ en ‘Ouwe Bram’ van W.G. van der Hulst stonden ook in onze boekenkast. Die boeken dateerden uit 1914 en 1916 en waren waarschijnlijk nog van mijn vader.  

In de jaren zestig van de vorige eeuw leefden we met verzuiling, protestant versus katholiek en dat was ook te merken in de jeugdliteratuur. De jeugdboeken van W.G. van der Hulst hoorden onomwonden bij de protestante groep. Waarin de helden in het geheim heldendaden verrichtten en minderbedeelden hielpen, die dan in het hiernamaals werden vereffend. Daar voelde je je als kind goed bij. Wij waren thuis protestant, noch katholiek en ik kreeg goddank een breed oeuvre aangeboden.

Uit Amerika kwam de serie van ‘De kleine huis op de prairie’ boeken van Laura Ingalls-Wilder. Ze werden naar het Nederlands vertaald en mijn moeder bestelde steeds het laatste deel, zodra het uit was. Vers van de pers. Dat was smullen, een soort Harry Potter-hype avant-la-lettre, al lagen we toen nog niet voor de deur van de boekhandel. Later verscheen de serie op televisie bij de EO en vond ik het ineens een stuk minder leuk, zo braaf en zoetgevooisd. Het verhaal van pioniers in de Mid-West van Amerika kreeg ineens een christelijk tintje.

Weer iets ouder las ik ‘Roeland Westwoud’ van Diet Kramer; en van An Rutgers van der Loeff: ‘Gideons reizen’ en ‘De kinderkaravaan’, avonturen die zich afspeelden in andere werelddelen. Als kind kwam je zo op speelse en spannende wijze in contact met diverse culturen.

Dat die boeken van toen beslist braaf en moralistisch waren staat buiten kijf. Er was geen vader die de afwas, of de boodschappen deed. Uiteraard zorgde moeder voor het eten en de kinderen. De jongens speelden met auto’s en klommen in bomen, de meisjes waren poppenmoeders.
Racisme kwam in de taal der jeugdboeken niet voor, dat wil zeggen: het was er wel, (‘De hut van oom Tom’ kennen we allemaal) maar slavernij, racisme, het hoorde erbij. Het was gewoon.
Ook referentie naar seksualiteit was uit den boze. Natuurlijk gaan pubers daar naar op zoek. In onze boekenkast stond ‘De liefde van Bob en Daphne’ van Han B. Aalberse. Het betrof drie boeken rond twee pubers, de oudere Bob (18) en de veel jongere Daphne (12), ze kwamen uit verschillende milieus en ontdekten hun seksualiteit. Als gretige puber las ik deel een met rode oortjes, het was behoorlijk pornografisch. In 1959 werd deel drie zelfs uit de handel genomen en ging de auteur enige dagen achter de tralies.

Politiek correct

Annie M.G. Schmidt doorbrak het normatieve denken dankzij haar luchtige onderwerpen die met veel humor werden gebracht. De Zweedse Astrid Lindgren was daarin natuurlijk weergaloos. Haar ‘De gebroeders Leeuwenhart’ kon indertijd echt niet voor kinderen, omdat het over de dood gaat, het hiernamaals, paradijs en hel beleeft door twee kinderen. Lindgren schreef de eerste manuscripten van ‘Pippi Langkous al in 1945. Pippi was het voorbeeld van een niet stereotype protagonist. Haar moeder woonde in de hemel, haar vader was piraat. Het kind was stinkend rijk en woonde alleen in Villa Kakelbont met een aap en een paard.

Tegenwoordig behoren boeken politiek correct en stereotype vermijdend zijn. Ik had destijds geen idee van outside-the box denken, je slikte wat je werd voorgeschoteld. Dat er tegenwoordig een heldere discussie gaande is (Zwarte Piet en Transgender) is een must en vooruitgang in het acceptatieproces van andersdenkenden. Een onbezoedelde kindergeest moet nog gevormd worden, daar ligt een verantwoordelijke taak voor kinder- en jeugdboekenschrijvers. Natuurlijk krijgen kinderen al heel veel mee van maatschappelijke thema’s, meningen van ouders, op school en de tv. Daarom is lezen ook zo belangrijk, het kind kan zich afsluiten en een eigen wereld creëren. Kinder- en jeugdboeken zijn bij uitstek geschikt om niet normatief denken bij te brengen: zonder stereotypen en vooroordelen en wel met afwijkingen van de norm. Kinderen worden zo beter voorbereid om later zelf eigen keuzes te maken.

Maar het allerbelangrijkste is dat kinderen plezier in lezen krijgen en dat de rest van hun leven houden.

NB. Ik noem slechts een beperkt aantal boeken van de bekendere schrijvers, omdat zij voor mij veel betekenden in de tijd waarin ik opgroeide. Ik realiseer me dat er heel veel auteurs ontbreken die net wat later publiceerden, zoals Tonke Dragt, Thea Beckman, Paul Biegel, die ik wel heb gelezen, maar me minder hebben beïnvloed. Mijn blad was niet meer onbeschreven.

herfst 2022

Geplaatst in Diversen | 2 reacties

Historische Verhalen

Over vroeger schrijven vraagt om verbeelding. In een tijd dat er nog geen elektrisch licht was, las je bij kaarslicht en kookte je op een kolenforuis. Je ging met de kippen op stok en liep naar het werk of je nam de paardentram, de fiets of nog eerder de vélocipède? Telefonie, douches, auto’s, spijkerbroeken zijn heel erg twintigste-eeuws. Dankzij filmepossen als ‘Ben Hur’ en ‘Spartacus’ weten we wel een beetje hoe het eraan toeging aan het Romeinse hof of in de wereld der slaven, ‘Kingdom of Heaven’ geeft een beeld van kruistochten, to name a few. Dankzij kostuumfilms zien we hoe men zich kleedde en wat de omgangsvormen destijds waren.

bron evolutionovertime

Van geschiedenis kunnen we veel leren, geschiedenis herhaalt zich om het even. Geschiedenis is boeiend omdat, als je je er een beetje in verdiept, je erachter komt hoe het eraan toeging destijds. Er zijn al een paar eeuwen boeken, de krant werd een bron van informatie en sinds die vanaf 1600 door de Koninklijke bibliotheek grotendeels is gedigitaliseerd weten we ook veel meer over hoe men leefde, aan de hand van advertenties, verslagen van dorpsfeesten, een ongeval, een diefstal en wat dies meer zij.

bron evolutionovertime

Tegenwoordig is internet een bron van informatie met beeldmateriaal van hoofddeksels en herenmode, klompen en koetsen, wasvrouwen en wafelbakkers, oude landkaarten en schilderijen met tekst en uitleg. Er zijn ook veel informatieve websites met een onuitputtelijke bron aan historische onderwerpen. Zoals Historiek.net.

Voor mij is het onderzoek, de research, naar vroeger zestig procent van de lol. De omgeving, hoe zag het eruit, wat droeg men, hoe sprak men, enz. Zodra ik interesse heb in een bepaald onderwerp ga ik erover lezen en tracht me een beeld te vormen. Dan is het net alsof je in een boom met veel takken klautert en tussen de bladeren door gluurt naar het landschap. En steeds zijn er weer zijweggetjes met meer en andere informatie.

Voor mijn historische roman ‘De zucht van de Moor’ was ik vooral hongerig naar informatie over de strijd tussen de moren en de christenen en ik raakte geïntrigeerd door de man achter de laatste sultan, Boabdil. Helaas berust veel informatie uit die tijd op legendes. Dat geeft ook veel ruimte voor fictie, want over de sfeer en het leven is genoeg te vinden.

Het onderzoek naar ‘Voor onze tijd, kroniek van een Amsterdamse familie,’ was voor mij een onderdompeling in de vaderlandse geschiedenis van vooral negentiende-eeuws Amsterdam. Ik wilde de wandelgangen van mijn voorouders onderzoeken en ontdekte dat omstreeks 1780, de jongeling David auf der Masch, als Hollandganger en bakkersknecht naar Amsterdam kwam. Vervolgens kon ik aan de hand van geboorte- en sterftecijfers van al zijn nazaten de tijd inkleuren met feiten. Soms was dat als het leggen van een puzzel, met juichmomentjes als je een verrassende ontdekking deed.

Het Volkspaleis was zo’n ontdekking. Een buitenissig on-Nederlands gebouw dat in Amsterdam stond en in 1929 afbrandde. Het Paleis voor Volksvlijt werd het onderwerp van mijn volgende historische roman, ‘Geslepen glas’.  Dat nog op de nominatie voor afronden en publicatie staat.  

Voor Uitgeverij Historische Verhalen schreef ik twee korte verhalen: In 2021 verscheen ‘Vader van Amsterdam’, een kort verhaal dat over de opening van het Paleis voor Volksvlijt in 1864 gaat en zijn grondlegger, Samuel Sarphati. 
Onlangs verscheen ‘De laatste sultan’. Dit verhaal gaat over Boabdil, die in 1492 noodgedwongen en voorgoed zijn dierbaar Alhambra moest verlaten. Leuk detail: het verhaal wordt voorgelezen door Key Tengeler. Er is een podcast met een gesprek met mij over het ontstaan van het verhaal en het schrijfproces.

Eind 2022 zal er bij Historische Verhalen een bundel met oorlogsverhalen verschijnen, naar aanleiding van een wedstrijd, samen met 14 andere verhalen is mijn inzending ‘Sara’ geselecteerd.

In de komende jaren hoop ik meer korte verhalen voor deze uitgeverij te schrijven. Ik heb een paar onderwerpen in gedachten, maar dan ben ik er nog niet. Want wie is mijn (fictieve?) protagonist en wat is zijn/haar conflict en hoe verhoudt de hoofdpersoon zich tot de historische context. Loopt het goed of slecht af of heeft het een verhaal een open einde. Kortom, het is weer puzzeltijd en dat is leuk.

Geplaatst in Diversen, over schrijven | Een reactie plaatsen

Het creatieve proces

Schrijven! Ik krijg er steeds meer een haat-liefde verhouding mee. Liefde omdat het een goede uitlaatklap is om je gedachten gestalte te geven en haat omdat het een eenzaam gebeuren is. Wil je gelezen worden dan moet je jezelf promoten, wat nooit het leukste werk is. “Kijk mij eens geweldig zijn.” Men wordt op de sociale media ook doodgegooid met ieders creatieve uitspattingen, dus denk ik al gauw: la-maar-gaan.

Tegelijk moet je niet te streng voor jezelf zijn want die kritische stem die op je schouder aan het joelen is, is dodelijk voor de creativiteit.

Boekjes maken

Sinds een paar jaar geef ik die stem een andere uitlaatklep en maak ik boekjes, collages en nog veel meer. Met een drukpers print ik met reliëfcollages structuren, met oud roest maak ik gekke vlekken in stof, ik borduur met wilde steken en creëer pagina’s die ik samenbind in een boekje, al dan niet met teksten van mezelf of anderen. Het is allemaal geëxperimenteer, toch wil ik wel wat laten zien. Hieronder doe ik een greep uit werk van het afgelopen jaar.

Beatle book

Wel eens naar de liedjes van The Beatles geluisterd? Er zijn juweeltjes va songteksten bij, een paar teksten verwerkte ik op (mislukte) prints die ik in een boekje stopte.

Boekjes van monoprints op stof en papier

Dit is een bladzijde uit een boekje met de titel The P of power… Kleuren: zwart, rood en wit.

Collages met lapjes en wild borduren

Zomaar ergens beginnen, je laten leiden door kleur en textuur, vastzetten met spelden en dan met naald en draad. Slow stitch, is een rustgevende bezigheid.

Oud roest op een lapje katoen

Tijdens het wandelen met de honden pik ik afval op, oud roest, plastic, nylon touw, en thuis krijgt alles een nieuw leven. Roest wordt kleur op een lap; plastic wordt gesmolten (wel met een mondkapje voor, maar dat zijn we tegenwoordig gewend) en krijgt een gekke vorm, samen met het nylon touw in vele kleuren.

collage met oranje touw, foto’s en machine borduren

Herinnering

Soms mag het ook iets voorstellen, dit is een beeld uit mijn jeugd. Vroeger na het eten even naar de Korte wiek: reeën kijken.

Inspiratie

Ik laat me graag leiden door kunst van anderen. Dit is een collage naar aanleiding van een schilderij van Paul Klee.

Collage

Een landschap van gescheurde gel prints.

En er is meer te zien op M.Arty en Youtube kanaal

Geplaatst in M.Arty | 6 reacties

Alle dagen gelijk

Vandaag is het vrijdag

Maar het was net vrijdag, was het gisteren donderdag dan?

Ja, en over twee dagen is het maandag en beginnen we weer van voren af aan

En het weekend?

Slaan we over

Dus zondag is dinsdag

zaterdag is woensdag

Donderdag visdag

Aan uitslapen doen we niet anders gaat de tijd nog sneller

Haal eruit wat erin zit. 24 uur gaan op aan acht uur slaap, twee uur eten, twee uur in de tuin werken en dan zijn er nog twaalf uur over

Gerommel in de marge, huishouden, schrijven, lezen, mailen, bellen, wandelen met de honden en creëren: dat is mijn week!

Alle dagen gelijk

Geplaatst in overpeinzingen | Een reactie plaatsen

Zelf verkozen eenzaamheid

Zelf verkozen eenzaamheid op een berg in Zuid-Spanje is heerlijk als je werkt aan een lijvig boek. Een verhaal verzinnen, plotten, personages ontwikkelen en psychologiseren, alle verhaallijnen in je hoofd hebben en logisch denken… voor de vuist weg schrijven en schrappen, heel veel weer schrappen.

mijn grootvader in 1888

Voor onze tijd. Ik ontdekte dat historische verhalen leuk zijn om te schrijven, je wordt niet gehinderd door de aanwezigheid van mobiele telefoons, elektrisch licht, een kapotte auto, of een bezoek aan de maan… Al is dat ook alweer een historisch evenement. Dankzij internet valt er heel veel te fantaseren aan de hand van feiten uit het verleden.

Zes jaar geleden verscheen mijn ‘magnum opus’:
‘Voor onze tijd, kroniek van een Amsterdamse familie.’ Wie waren de Maksen? Waar kwamen ze vandaan? Amsterdam. Ik zocht naar de roots van vaders zijde en werkte vijf jaar aan dit verhaal. Het begon in Duitsland in 1780, mijn voorvader Jan David Auf der Masch kwam als Hollandgänger naar Amsterdam. Met heel veel plezier dook ik in de geschiedenis van achttiende- en negentiende-eeuws Amsterdam.

Paleis voor Volksvlijt Ik stuitte op een flamboyant en zeer on-Nederlands gebouw. Het stond op het Frederiksplein en werd in 1864 geopend met de eerste grote tuinbouwtentoonstelling. Ik weet nog de eerste keer dat ik een foto zag op internet en mijn ogen niet geloofde. Had dit gebouw in Amsterdam gestaan?

De idealistische dokter Samuel Sarphati had grootse plannen, hij vond dat net als Londen ook Amsterdam een eigen Crystal Palace krijgen. Engeland was wat verder, de industriële revolutie was daar al ingezet. We konden in Nederland nog veel van ze leren en dankzij tomeloze inzet van Sarphati kreeg Amsterdam zijn eigen Paleis voor Volksvlijt. Helaas heeft hij maar twee jaar van zijn geesteskind mogen genieten. Hij stierf in 1866 en daarmee verloor dit sieraad in de stad, grotesk en bijzonder zijn grootse voorvechter. Uiteindelijk werkte het toch allemaal niet. Het tentoonstellingsgebouw van ijzer en glas bleek zeer onderhoudsgevoelig. Het was een koud tochtgat, de akoestiek was matig, dus als concert- en theaterzaal had het veel concurrentie van het zoveel comfortabelere Concertgebouw en de Stadsschouwburg.  Dus helaas, de bodem van de schatkist was permanent in zicht.

Na 65 jaar, bijkans een mensenleven, de stad gedomineerd te hebben, ging het Paleis voor Volksvlijt in de nacht van 17 op 18 april 1929 ten onder in de grootste brand in de geschiedenis van Amsterdam. In een paar uur tijd lag het Volkspaleis in de as. Wat bleef was een gapend gat in de stad, een rotte kies, vergeten schoonheid! Tot, pas in 1962, De Nederlandsche Bank op die plek werd neergezet.

De geschiedenis en anekdotes rond het Volkspaleis intrigeerden me, er hing een Phantom of the Opera sfeer omheen. Er waren schandalen en er was veel tragiek. Daar wilde ik iets mee doen. Ik wilde dit vergeten, onmogelijke gebouw een gezicht geven, en wat is een betere plek dan in een roman. Het Paleis voor Volksvlijt en de bijbehorende Winkelgalerij die in 1883 werd geopend, moesten het decor vormen van mijn volgende historische roman.

In 2015 begon ik een verhaal uit te denken en koos voor een mengeling van feit en fictie, een spannend verhaal met een moord en een liefdesgeschiedenis in een juwelierswinkel op de Winkelgalerij met op de achtergrond de tijdgeest van negentiende-eeuws Amsterdam. Aletta Jacobs en Wilhelmina Drucker streden voor vrouwenkiesrecht, en de SDAP hield politieke bijeenkomsten in het Paleis.

Nu, na vijf jaar is de historische roman die ik de titel ‘Geslepen glas’ heb gegeven bijna klaar om de wijde wereld in te sturen. Ik huiver en twijfel, maar op een dag is het zover. Uitgevers, kom maar op! Het is een bijzonder verhaal geworden!

Geplaatst in Diversen, over schrijven | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Een leven na Lockdown

In 1997 werd de Nederlandse taal verrijkt met het woord ‘onthaasten’. Minister Margreeth de Boer van Vrom kwam ermee. Het is zo’n woord dat voortkomt uit een politieke actie, iedereen riep het op een gegeven moment. We moesten onthaasten, destressen, terug naar af. Maar hebben we dat de afgelopen kwart eeuw ook gedaan? Onthaast? Gas teruggenomen?

Nu, anno 2020 blijkt van niet. Totaal niet. We hebben alleen maar meer haast gekregen. Gas gegeven, alle waarschuwingen van moeder aarde: klimaatverandering, met uitsterving bedreigde dieren, zieke bijen en vreemde virussen die kwamen en gingen, ten spijt.

Virussen? Wat? Daar wil ik het helemaal niet over hebben. We zijn covid-moe. De kranten staan er vol mee. Dit eenzaamheidsvirus schopt ons vertrouwde wereldje danig in de war en moet zo snel mogelijk de wereld uit, zodat we weer terug kunnen naar af. Maar zo makkelijk gaat dat niet. Covid is hardnekkig. Covid heeft een boodschap.

Overdreven

Het begon in januari, ik was in Nederland en we zagen op het nieuws met welk ijltempo er noodziekenhuizen werden gebouwd in Wuhan. ‘Dat kunnen ze goed, die Chinezen,’ zei ik tegen mijn moeder. Ik bezocht Amsterdam en in de tram keek ik geamuseerd naar de Aziatische toeristen met mondkapjes. Het woord ‘overdreven’ lag voor in de mond.

In Europa begonnen de eerste symptomen met hamsteren. Stel je voor. Wc-papier nota bene. Beschaamd keken we naar de lege schappen en de met rollen wc-papier volgeladen winkelkarren. Ik was net gewend aan het woord vliegschaamte, waar ik zelf last van heb, als ik voor een habbekrats van Malaga naar Amsterdam en terug vlieg. Maar nu ontstond er een nieuw woord: hamsterschaamte.

In no-time was het mis in alle landen van Europa met Italië en Spanje voorop. We gingen in zelf-isolatie, thuisquarantaine, en mochten alleen nog maar naar elkaar raam-zwaaien. Werd er een baby geboren, dan gingen we bij de nieuwe coronial op raamvisite.

Corona is Latijn voor krans van licht rond de zon die we kunnen zien tijdens een volledige zonsverduistering. Het is een vakterm die astronomen gebruiken. Het Covid-19-virus, zoals het virus officieel te boek staat, heeft hier uiterlijke kenmerken van. Hoe die onzichtbare vijand er precies uitziet, weten we allemaal van het nieuws met op de achtergrondschermen bewegende corona’s, die worden getoond met ferme zuignappen die zich aan onze slijmvliezen vastketenen.

Anderhalvemetersamen­leving

Thuiszitten en thuiswerken zonder tuin of balkon bleek een ware opgave met kinderen om je heen. Contact-luw onderwijs online werd het nieuwe normaal. We kregen voor dezelfde prijs meer dataverkeer op onze mobielen; Netflix deed goede zaken. Met ouders en kinderen elders in de wereld namen we een ‘whatsaperitief’. We vergaderden met Zoom en op vrijdagmiddag namen we met onze collegae er een glaasje bij.

Social-distancing was nog nooit zo groepsgebonden. En om wat leven in de brouwerij te brengen deden we mee aan balkonquizzen, balkonbingo, en het balkonbezoek. Balkonzangers hingen over de reling in de steden en galmden hun balkonades door de uitgestorven straten. Wat volgde was een dagelijks ontroerend zorgapplaus. Ook kwam er hulp uit onverwachte hoek. Tasjes met eten van een behulpzame scholier hingen plots bij eenzame bejaarden aan de deur. Een verre buurvrouw van mijn moeder, die ze altijd vriendelijk groette, bracht een bosje bloemen langs. Nu ik dit zo opschrijf lijkt het alweer maanden geleden, maar echt, het behoort tot de nabije geschiedenis.

Dankzij gedwongen verveling tijdens de lange dagen thuis, begon bij veel mensen de creativiteit te stromen. Het stof werd van de naaimachines geblazen, de huisvlijt werd in het leven geroepen. Modellen van mondmaskers werden via de sociale media uitgewisseld en we lachten elkaar vriendelijk uit. Nu geneert niemand zich meer voor een mondmasker. We maken ze al lang niet meer zelf, ze worden in tal van kleuren geleverd door het farmaceutische circuit en de supermarkt. Hoe frivoler de mondkapjes, hoe hipper en zelfbewuster je bent. Nog een paar felgekleurde latexhandschoenen erbij in de kleur van je tas en schoenen en je bent zeer corona-modebewust.

Dat handschoenen en mondkapjes overigens na gebruik worden afgedankt als zwerfvuil, is een verontrustend detail dat hoort bij de wegwerpmaatschappij van voor het covid-tijdperk.

Wuhanshake

Dat de Wuhanshake niets met melk te maken had en dat we elkaar met de ellebogen moesten groeten, drong maar langzaam tot ons door. We lazen boeken over opsluiting in eenzaamheid, of hoe de ondergang van de mensheid in 2020 al jaren geleden was voorspeld. De Pest van Camus kwam weer langs en we bleken nog wat te kunnen leren van Robinson Crusoe.

De sluipmoordenaar ontregelde ons dagelijks bestaan op een manier die niemand had bevroed. Ineens haalden we de stikstofquota met gemak, en kelderde de CO2-uitstoot met een verbijsterende snelheid. Miljoenensteden elders in de wereld hadden een heldere skyline. Hier in ons dorp is geen corona, integendeel, het was een koude maand april, natter dan ooit en de regels van confinamiento waren streng. Doch, met onze zelfgemaakte mondkapjes wisten we ons goed beschermd, terwijl op de televisie mensen stierven in eenzaamheid.

Wij moeten wennen aan een totaal nieuwe coronamie. De economie van Before Corona is tot stilstand gekomen, rijen voor winkels en rijen voor de voedselbank. Nooit eerder was het basisinkomen zo dichtbij. Covid leerde ons dat het kan! Dat we de wereld on hold kunnen zetten, dat we de knop van een kapitalistische maatschappij kunnen omzetten. Dat we ondanks de afstand tot elkaar iets kunnen betekenen voor een ander. We leerden dat we een duidelijke boodschap hebben gekregen. Maar wat we daar precies mee moeten aanvangen is nog steeds niet duidelijk.

 

Geplaatst in columns | Een reactie plaatsen